Investeringskredieten

Doordat dit jaar de ruiming van grafveld E op begraafplaats Zuidendijk later dan gepland plaats vindt, wordt de helft van de oorspronkelijke investering voor de reconstructie van begraafplaats Zuidendijk (€ 50.000) doorgeschoven naar 2021.

De geplande vervanging dit jaar is niet noodzakelijk gebleken, de bijbehorende investering (€ 100.000) wordt doorgeschoven naar 2022.

Het betreft de volgende kredieten: planvorming Veld T/U (€ 40.000) en herinrichting Veld T (€ 250.000).

• Voor de planvorming van de grafvelden T/U wordt dit jaar € 15.000 uitgegeven, meer is niet nodig. Omdat in de toekomst krediet nodig is voor planvorming van grafvelden is het verzoek om dit krediet te hernoemen naar 'Planvorming grafvelden' en € 25.000 door te schuiven naar 2021.
• Voor de herinrichting van Veld T wordt dit jaar € 75.000 uitgegeven, meer is niet nodig. Omdat in de toekomst krediet nodig is voor herinrichting van velden is het verzoek om dit krediet te hernoemen naar 'Herinrichting grafvelden' en € 175.000 door te schuiven naar 2021.

De vervanging van de kademuur aan het Noorderhoofd is vertraagd, omdat gebleken is dat de gelijktijdige uitvoering van deze werkzaamheden met de werkzaamheden aan de nieuwe Prins Clausbrug niet haalbaar zijn. Om die reden kan pas tot uitvoering van de kadeherstelwerkzaamheden worden overgegaan na oplevering van de nieuwe brug. Het beschikbare krediet van € 1,3 miljoen schuift dan ook door naar 2022 en 2023.

De vervanging van de kademuur aan de Dokweg zal grotendeels in 2021 uitgevoerd worden, omdat deze kade gedeeltelijk eigendom is van Rijkswaterstaat (RWS) en de partijen voornemens zijn deze werkzaamheden gezamenlijk uit te voeren. Dit betekent dat eerst een overeenkomst opgesteld dient te worden, voordat de werkzaamheden aan kunnen vangen. Om die reden kan een bedrag van € 500.000 doorgeschoven worden naar 2021.

Ten tijde van het beschikbaar stellen van de middelen voor de modernisering van de verkeersregelinstallaties (VRI's), was de planning van de uitvoering lastig in te schatten vanwege de niet volledig bekende planning van Rijkswaterstaat voor het groot onderhoud N3. Uiteindelijk bleek dat in het begin van 2020 geen start gemaakt kon worden met de modernisering, vanwege de werkzaamheden aan de Wantijbrug. Om die reden wordt € 120.000 aan investeringskrediet doorgeschoven naar 2021. Tevens wordt € 60.000 aan geraamde subsidie inkomsten doorgeschoven.

Na evaluatie blijkt het niet mogelijk om in 2020 een nieuw bad, inclusief installaties, aan te leggen. Het bad moet compleet vervangen worden willen we voldoen aan de huidige wet- en regelgeving betreffende de waterkwaliteit. Dit betekent dat meer bewerkingen moeten worden uitgevoerd dan verwacht om de aanpassing van de spartelvijver te realiseren. Hierdoor lopen de werkzaamheden door tot in 2021. Op dit moment gaan we ervan uit dat de betonnen constructie, inclusief sloopwerk, dit jaar wordt uitgevoerd en dat het installatiewerk in 2021 zal plaatsvinden. We stellen voor om van het budget van € 410.000 over te hevelen naar 2021.

Het project van de aanleg van twee openbare toiletten schuift deels door naar 2021 als gevolg van vertragingen in de afstemming en afhankelijkheid van derde-partijen. De voorkeur is een "24/7-toiletvoorziening" inpandig in een niet-openbaar gebouw. Dit heeft als consequentie dat de gemeente dit niet direct en eigenhandig kan realiseren. Als blijkt dat deze voorkeur uiteindelijk helemaal niet realiseerbaar is, moet alsnog een procedure voor plaatsing van de toiletten in de buitenruimte gestart worden. Gezien genoemde onzekerheden en afhankelijkheden in het traject tot plaatsing van twee openbare toiletten in het centrum van Dordrecht, is de verwachting dat één toilet in 2020 gerealiseerd kan worden en één toilet in 2021. We stellen voor om van het totale budget van € 358.000 een bedrag van € 208.000 over te hevelen naar 2021.

De investeringen op lopende projecten uit de meerjarenonderhoudplanning zijn incidenteel € 1,75 miljoen hoger dan begroot, doordat:

• het project rioolvervanging Patersweg naar voren is gehaald in verband met nieuwbouw (€ 1 miljoen in 2020).
• twee projecten naar voren zijn gehaald in verband met het aansluiten bij andere projecten, de Mijlweg en Thorbeckeweg (€ 750.000).

Het naar voren halen van de projecten heeft geen effect op de rioolheffing, omdat het slechts een verschuiving in het bestaande programma betreft. De consequenties worden bezien bij het nieuw vast te stellen Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) dit jaar. De huidige verwachting is dat dit grotendeels opgevangen kan worden, omdat het oorspronkelijke GRP voor de komende periode al tussentijds in omvang is teruggebracht zonder daarbij de heffing direct te verlagen (zie Tussenrapportage GRP ).